B-Parks plantenbakken: made toB(ee)
Soms krijg je een telefoontje waarvan je even verrast bent. Dit was ook het geval toen Fred Lansbergen van Starling Structures me opbelde met de vraag of ik het leuk zou vinden beplanting te bedenken voor de plantenbakken die zij, in samenwerking met andere lokale ondernemers, hadden ontworpen en duurzaam geproduceerd. De bakken met planten zouden een soort eilandjes gaan vormen in de versteende omgeving van o.a. de Binckhorst en zo kunnen bijdragen aan de instandhouding / bevordering van biodiversiteit in dit stedelijk gebied. Tegelijkertijd ook zitgelegenheid bieden aan bezoekers of voorbijgangers. De eerste serie van 10 bakken worden bovendien al na twee weken aan de huurdersvereniging van de Caballero Fabriek gepresenteerd ! Of ik daar tijd voor heb …? In werkelijkheid ben ik dan nog bezig met een ontwerp- / beplantingsplan voor een andere klant en die zou ik normaal gesproken voor laten gaan. Maar hoe vaak doet een verzoek als dit zich voor ? Zodoende dat ik vrij impulsief reageer en kort erop laat weten het erg leuk te vinden deel te nemen aan dit project.
Caballero Fabriek Binckhorst
De eerste bespreking met Fred Lansbergen en Frank Immerzeel volgt al die week en na afloop word ik rond geleid door de Caballerofabriek en het pauzedak.
In de voormalige sigarettenfabriek, die trendy is verbouwd met behoud van een deel van het oude karakter van het gebouw, zijn nu tal van bedrijven gehuisvest. Ieder heeft zo weer zijn/haar eigen expertise en netwerk. Mede door de openheid van de ruimtes zijn de lijnen kort, zodat gemakkelijk uitwisseling en samenwerking kan plaatsvinden. In het geval van het ontwerp en de productie van de B-Parks is er o.a. contact gelegd met Timmerfabriek Nederhout. Een bedrijf dat weliswaar niet in het gebouw maar net aan de andere kant van de vaart, tegenover de Caballero Fabriek is gevestigd, maar dus zeker onder de categorie “lokaal” valt. Mannou Weerdenburg van Nederhout en zijn compagnon Sven van Wijk maken met duurzaam / traceerbaar Nederlands hout meubels voor o.a. horeca gelegenheden en particulieren. Paul Broekman Sloten heeft meegeholpen bij de detaillering van het ontwerp en het gieten van de betonnen onderstellen uitgevoerd.
Vergroening wenselijk: B-Parks goed plan
Tijdens de rondleiding wordt me duidelijk dat de eerste serie B-Parks plantenbakken op het pauzedak vlak bij de entree van de Caballero fabriek zullen komen te staan. Aan het ene uiteinde van het dak is al wel een grote vaste plantenbak aanwezig, waarvan de monotone beplanting er nogal verwaarloosd uit ziet tussen de “bims”, lichtgewicht korrels. Ook vallen de fel gekleurde plastic design relax fauteuils op, die in een dubbele rechte lijn zijn opgesteld, ruggelings tegen elkaar. Dat dit te maken heeft met de beveiligings-ketting die er elke avond om heen moet, zal ik later begrijpen. Voor de rest zijn her en der picknicktafels en stoelen te zien, maar voelt het pauzedak nogal kaal en onpersoonlijk aan. Vandaar dat ik het met Fred en Frank eens ben dat het, ook om die reden, een goed idee is om op deze plek aan de nodige “vergroening” te doen.
Bijen en biodiversiteit in stedelijk gebied als de Binckhorst
Op de Lavendel die in de vaste plantenbak groeit, vliegen redelijk wat honingbijen rond. Maar waar ze hierna naartoe kunnen gaan om aan nectar en stuifmeel te komen is wel nog de vraag.. In de wijdere omgeving staan wel bomen, maar er is geen bloeiende bermbegroeiing of groenvoorziening te bespeuren. En dit was nu juist ook een van de gedachtes van Fred Lansbergen en Frank Immerzeel van Starling Structures achter de B-Parks. Zij constateerden dat de Binckhorst een stedelijk gebied is, waar te weinig oog is voor de biodiversiteit, mogelijk ook omdat het langdurig op de schop ligt. Niet alleen wordt de Rotterdamsebaan aangelegd, ook zullen er in de komende jaren 5000 nieuwe woningen worden gebouwd.
De waarde van B-Parks
Gemeente Den Haag heeft wel 10 miljoen euro uitgetrokken om te investeren in de herinrichting van de Binckhorst. Dit kan zijn voor planten en bomen of bijvoorbeeld de vernieuwing van kades, maar de fase waarin structurele groenvoorziening zal worden aangelegd, zal zich op heel wat plekken pas na verloop van jaren voor doen. Voor bijen en andere insecten als bijvoorbeeld vlinders is al die tijd dus te weinig voedsel te bespeuren. Ongetwijfeld zal dit aan verdere verlaging van de ecologische waarde bijdragen, tenzij op korte termijn doeltreffende maatregelen worden getroffen. De B-Parks zouden wellicht een goede functie kunnen hebben op diverse bouwlocaties of plekken waar geen permanente tuin kan worden aangelegd. Omdat sommige bijensoorten en veel vlinders geen lange afstandsvliegers zijn, is het een logische conclusie dat de afstand tussen de verschillende gebiedjes met voedsel beter niet te groot dient te zijn. Een paar bakken zijn gemakkelijk geplaatst.
Met de juiste beplanting oftewel “floristische diversiteit” kunnen meer bijen en andere insecten in hun behoefte aan stuifmeel en nectar worden voorzien. En: waar insecten zijn, neemt het aantal vogels en bijvoorbeeld vleermuizen ook in aantal toe, waarmee het aantal schadelijke insecten als bijv. luizen afneemt (omdat deze weer als voedsel kunnen dienen). Bovendien ervaren veel mensen een omgeving met planten, vogels, bijen en vlinders als veel aangenamer dan een versteend terrein. Dus op allerlei punten winst.
“Als we de bijen willen helpen moeten we ook weten hoe ze leven” (citaat: Bijenhelpdesk)
Bijen worden ingedeeld in twee hoofdgroepen. Sociale (hommels en honingbijen) en solitair levende soorten (wilde bijen). Zij zijn volledig afhankelijk van stuifmeel en vrijwel volledig van nectar. Omdat veel bijen een sterke voorkeur hebben voor, of zelfs afhankelijk zijn van, één specifiek soort plant, zal het waarschijnlijk niet mogelijk zijn om alle soorten bijen te bedienen met een gemiddeld plantsoen of kleine serie B-Parks. Niet alle soorten bijen zijn echter zo kritisch en vliegen dus ook op meerdere soorten planten tegelijk. Feit is wel dat, hoe diverser de bloemrijke beplanting, hoe groter het aantal soorten bijen en andere insecten is dat langs komt. In elk geval geldt: geen voedsel, geen bijen. Bloeispreiding en juist beheer zijn zodoende ook belangrijke factoren. Immers het aanbod van voedsel kan beter niet stagneren.
Nestgelegenheid bijen gezocht
Naast de behoefte aan stuifmeel en nectar is nestgelegenheid ook voorwaarde voor overleving. Op het pauzedak als dat van de Caballerofabriek bestaat hiervoor “van nature” weinig tot
geen gelegenheid. Ook hierin zal nog dienen te worden voorzien, om aangetrokken bijen te helpen. Voorwaarde is hierbij is het inzicht dat de verschillende soorten bijen ook zo hun specifieke behoeften hebben bij het bouwen van nestgelegenheid. Wolbijen verzamelen plantenharen (bijvoorbeeld van Stachys byzantina) om in hun nest te verwerken; behangersbijen maken hun nest van stukjes blad; en metselbijen metselen de ingang van hun nest dicht. Er zijn bijen die territorium gedrag vertonen en dus andere mannetjes weg jagen en vrij veel soorten leven “parasitair”, te vergelijken met een koekoek die haar eitjes in het nest van een andere vogel legt. (*)
Bewustzijnsgroei burgers, boeren en politiek is nodig
De neiging van veel mensen is, om alles maar op te ruimen en te onderhouden, te schoffelen en spitten, te voegen en zandstralen, terwijl veel soorten bijen gebaat zijn bij een bodem die met rust wordt gelaten (omdat ze daar hun nest maken). Afgestorven holle plantenstengels of openingen in de bast van bomen en tussen planken van bijvoorbeeld schuttingen en schuurtjes, kunnen goed als nestruimte dienen. M.a.w. de bij is gebaat bij mensen die niet alles “strak en netjes” willen maken en met een zeker bewustzijn hun tuin en bezit onderhouden.
Naast de schade die de mens, vaak uit onwetendheid, maar ook vanuit het onderschatten van de waarde, aanricht aan de leefomgeving van bijvoorbeeld bijen, is er ook een toenemende groep mensen (waaronder ook politici en gemeenteraadsleden) bezig om doordacht de helpende hand te bieden. Dat het aantal insecten / bijen ook in Nederland in schrikbarend tempo afneemt (evenals bijv. vogels van wie het aantal in 30 jaar met 421 miljoen afnam(…) vormt hierbij terecht de aanleiding.
B-Parks : to bee or not to be
Het voor komen van insecten is een graadmeter voor de ecologische waarde van een gebied. De tuinen / gebiedjes in de stad waar wel stuifmeel en nectar te vinden is voor insecten, wordt door bebouwing of het dicht straten van tuinen steeds meer versnipperd / verkleind. Een ontwikkeling die, tenzij er vanuit gemeentes / politiek en agrarische sector goed beleid wordt ontwikkeld, tot verdere verschraling van biodiversiteit zal leiden. Omdat bijen en hommels belangrijk zijn voor de bestuiving van voedselgewassen is dit een wezenlijk probleem.
Op het platteland en langs wegen zijn bloemrijke grasbermen van groot belang en spelen factoren als de maaitijd (#maaimeiniet) en (machinale) grondbewerking ook een cruciale rol. In stedelijk gebied zijn bijen gebaat bij een zo groot mogelijke diversiteit aan inheemse planten (maar ook uitheemse m.n. vanwege de verlenging van het bloeiseizoen) en daarnaast het in stand houden van de juiste factoren voor nestgelegenheid of het “kunstmatig” aanbieden hiervan in de vorm van bijvoorbeeld goed gemaakte bijenhotels.
Afgelopen jaar is gevolgd wat het effect is van de eerste serie B-Parks met bijen beplanting op het pauzedak van de Caballero Fabriek. Het resultaat is bemoedigend. Ondanks de extreem droge zomer hebben de planten de hitte maar met 4 x water geven goed doorstaan en heeft de beplanting veel bezoek van vlinders en bijen gehad. De bankjes zijn een plek waar de mensen van de Caballero Fabriek graag even komen zitten of afspreken met een werkrelatie.
Inmiddels heeft Nederhout een eigen pagina gewijd aan de B-Parks ! De B-Parks passen namelijk ook uitstekend in hun planeetvriendelijk bedrijfsconcept.
(*) informatie gebaseerd op een slideshow uit 2012 van de Bijenhelpdesk getiteld ” Bijen en Biodiversiteit. Hoe maken we stad en landschap bijenvriendelijk”.