Voordat vaste planten, bomen en heesters worden aangeplant, wordt vaak overgegaan tot het aanbrengen van een laag tuinaarde op de aanwezige grond. Hiermee wordt tijdelijk voorzien in de behoefte van planten aan organische stof (verteerde plantenresten) en meststoffen. Maar na verloop van een aantal jaren gaan planten er toch minder goed bij staan en neemt de groei af. De remedie tegen het uitputten van de grond lijkt bemesting.
Sommige mensen gaan voor goedkoop en snel en schaffen voor een heel klein bedrag een zakje N+P+K kunstmestkorrels aan. Kunstmest bevat geen organische stof of “sporenelementen”, is snel opneembaar en is het produkt van een chemisch proces. Zeker als jaren lang kunstmest wordt gebruikt, heeft dit een zeer nadelige invloed op de structuur van de bodem, het bodemleven (oftewel de gunstige bacterieën en de diertjes in de aarde die helpen bij het omzetten van plantenresten in humus). Daarmee verdwijnt de bodemvruchtbaarheid; de aarde verandert in een woestijn; meststoffen, die niet langer kunnen worden vastgehouden spoelen uit en komen in het grondwater terecht (eutrofiëring). Op grote schaal vormt dit proces dus ook een ernstige bedreiging van het drinkwater en daarmee het leven op aarde.
Pleidooi voor organische meststoffen
De hoeveelheid organische stof (humus) in de grond neemt af doordat planten deze opeten om in hun groei en voeding te voorzien. Door inwerking van bacteriën, water, zuurstof en wortelzuren vindt vertering van plantenresten plaats. Organische stoffen zijn in staat om allerlei, voor planten noodzakelijke voedingselementen aan zich te binden en deze vervolgens langzaam weer ter beschikking te stellen aan de plant. Het is dus van het grootste belang de voorraad organische stof in de tuin op peil te houden. Hiervoor is GFT kompost heel geschikt, maar ook verterende plantenresten die op de aarde mogen blijven liggen helpen ook om de voedselkringloop in stand te houden. Daarnaast kunt u denken aan kleikorrels van bijvoorbeeld Agriton. Kleikorrels zijn een compact product dat gemakkelijk kan worden verspreid en het vruchtbare klei-humus complex, dat voedingselementen aan zich bindt, tot stand helpt komen.
Van belang is wel om te weten dat wanneer de grond teveel stikstof bevat de bloeirijkheid van planten afneemt en soms nog alleen bladvorming plaatsvindt. Dit risico is bij gebruik van kunstmest groter dan bij het gebruik van gedroogde koemestkorrels, omdat deze organische meststoffen meer geleidelijk worden vrijgegeven.
Wanneer een bloemenrijke weide wordt beoogd wordt bemesting in de vorm van koemest en dergelijke opzettelijk nagelaten. Op een schrale grond is de soortenrijkheid groter; zijn bloemen veelvuldiger en intenser van kleur.