Permacultuur is de verzamelnaam voor de wetenschap en initiatieven op het gebied van landbouw waarbij voor de productie van landbouwgewassen zo min mogelijk gebruik wordt gemaakt van aardolie en ook zo min mogelijk grondbewerking wordt toegepast. Het is een systeem waarbij wordt uitgegaan van lokale productie: korte lijnen van producent en consument. Aangezien dit brandstof scheelt, en lokale productie arbeidskansen oplevert. Niet alleen voor boeren, maar ook de lokale verkoop. Het betekent dus ook dat de gewassen die worden verbouwd aangepast dienen zijn aan dat lokale klimaat en daarmee bestuivers als insecten. Binnen permacultuur wordt gewerkt met plant gildes. Kleine verzamelingen van planten die bijvoorbeeld bestuivers aantrekken of de bodemvruchtbaarheid in bevorderen. Daarnaast wordt gewerkt met lagen in de beplanting waardoor efficiënt gebruik wordt gemaakt van de beschikbare ruimte.
Het vraagt een heel andere manier van kijken naar het land en de manier waarop zij wordt bewerkt dan binnen het huidige wereldwijde landbouwsysteem het geval is. Het zal moeten blijken of permacultuur wereldwijd zal worden overgenomen en of dit landbouwsysteem een adequate oplossing biedt.
Op grond van de verwachting dat de fossiele brandstoffen binnen een eeuw zullen zijn uitgeput, ziet de mensheid zich geplaatst voor de vraag hoe zij in de wereldwijde voedselbehoefte kan blijven voorzien zonder gebruik te maken van aardolie. Aardolie wordt gebruikt voor het bewerken van het land; het produceren van kunstmest; het oogsten en transporteren van de opbrengsten, etc. Zonder aardolie zal het huidige systeem van voedselproductie volledig instorten. Maar is de opbrengst van permacultuur wel voldoende om een serieuze vervanger te zijn ?
Verschillende vormen van permacultuur
Waar de conventionele landbouw het moet hebben van vierkante kilometers, wordt bij permacultuur ook in de hoogte gedacht en geoogst van verschillende lagen in beplanting. De gewassen op aardniveau, zoals groenten, kruiden en bloemen bestaan in een ecologische samenhang met bijvoorbeeld bessenstruiken en bomen. Bij Permacultuur kan men zich zoiets voorstellen als een voedselbos of eetbaar park, waarin alle gewassen elkaar op een of andere manier ondersteunen. De opbrengst van voedselbossen is niet altijd productief genoeg.
In Amerika wordt ook geëxperimenteerd met “Alley cropping” . Naast aanplant van gewassen die eetbare wortels, vruchten of bladeren leveren, wordt spontane groei van inheemse planten toegestaan of gereguleerd wanneer deze op een of andere manier nuttig zijn, bijvoorbeeld vanwege bestuiving. Ook wordt gebruik gemaakt “diversificatie”. Dit houdt in dat een landbouw niet gericht is op slechts één gewas. Met een combinatie van bijv. bomen (noten, hout, paddenstoelenteelt), weide (gras voor grazende dieren en varkens); groenten en bessen teelt en natuurlijke plantengroei voor insecten (bestuivers) en vogels (bestrijders van insectenplagen), wordt inkomensspreiding verkregen, maar ook een ekosysteem gecreëerd.
De functie van struiken en (fruit)bomen binnen Permacultuur
Binnen permacultuur / “alley cropping” hebben bomen meerdere functies. Sommige soorten brengen natuurlijk vruchten voort als appels of noten, maar ook vogels, die als graag geziene gasten worden beschouwd binnen permacultuur landbouw, vinden er beschutting. Op hun beurt zijn ook de vogels weer nuttig. Niet alleen ruimen zij insecten en slakken op, ook leveren zij een klein deel van de meststoffen die anders mogelijk van buiten het landbouw gebied zouden worden aangevoerd en dan vermoedelijk brandstof zouden kosten. U zult begrijpen dat dus grote aantallen gewenst zijn. Vogels worden doelbewust gelokt door planten aan te planten waar juist veel insecten als zweefvliegen, maar ook vlinders en bijen op af zullen komen omdat deze insecten, naast hun functie als bestuiver van gewassen, ook op de menukaart van vele vogels staan. Afgezien van de vruchten die bomen leveren en de vogels die zij huisvesten, kunnen bladeren en jonge takken van bomen als voedsel leveren voor dieren als koeien, heeft het bladerdek bovendien de functie van UV-lichtfilter voor de aarde.
Ecosysteem
Om de permacultuur te kunnen laten slagen wordt zo goed mogelijk gebruik gemaakt van de functie van dieren en planten die met elkaar een uniek ecosysteem vormen. Bij permacultuur wordt niet aan monocultuur gedaan zoals in bij (biologische) landbouw wel het geval is. Op het eerste gezicht lijkt dit wat rommelig of weinig gestructureerd, toch hebben alle planten zo een functie in het geheel. Men ziet in dat het ingrijpen in dit ecosysteem gevolgen heeft voor het geheel. Wanneer bijvoorbeeld het blad dat van de bomen valt wordt afgeruimd en jaar na jaar geen humus (bladaarde) wordt toegevoegd, zal het er uiteindelijk toe zal leiden dat de voedingstoestand, de hoeveelheid wormen en andere nuttige bodembeestjes in de aarde drastisch in aantal zullen afnemen, want de planten gaat wel door met het onttrekken van voedingsstoffen aan de bodem.
Bodemvruchtbaarheid en de functie van wormen
Binnen de opvattingen van Permacultuur dient het ploegen van de grond zo min mogelijk plaats te vinden De reden die hiervoor wordt aangegeven is, dat in elke bodemlaag specifieke bacteriën voorkomen die in een bepaald gehalte aan zuurstof het best gedijen. Wanneer de lagen worden vermengd zal het evenwicht zich eerst weer moeten herstellen wat ten koste gaat van de groei van de planten. Het aardoppervlak wordt bovendien beschouwd als de huid van het organisme aarde dat zich, dramatisch gesteld, niet graag laat “openrijten”. Door het ploegen van de grond, worden ook de onder de grond levende wormen ontbloot. Vandaar dat achter een traktor vaak ook zwermen vogels te zien zijn die zich eraan te goed doen. Na vele jaren van ploegen en gebruik van kunstmest wordt de wormenpopulatie zo ernstig in aantal teruggebracht. Het verdwijnen van dit onooglijke diertje heeft grote nadelige gevolgen voor de bodemvruchtbaarheid. Met het passeren van plantenresten door het darmkanaal van de worm vindt namelijk verdere vertering en verrijking plaats met enzymen en bacteriën. In vruchtbare grond komen wel 430 wormen per m2 voor die elk tussen de 5 en 9 kilo wormenmest per jaar produceren ! Wanneer je de aantallen bekijkt die voor een hectare (10.000 m2) gelden dan wordt duidelijk dat met het verdwijnen van de worm ook een belangrijk deel van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid verdwijnt waardoor de opbrengst van landbouwgewassen aanzienlijk zal afnemen of zelfs stagneren.
Kunstmest: een vorm van roofbouw
Met het gebruik van kunstmest, dat een aardolie product is, wordt de bodem kunstmatig vruchtbaar gemaakt. Echter kunstmest voegt slechts een aantal hoofd voedingselementen toe (N+P+K+) waarmee de voedselproductie kortdurend kunstmatig wordt opgevoerd. Maar uiteindelijk, wanneer niet op een organische manier in de bodemvruchtbaarheid wordt geïnvesteerd, zal het daarmee samenhangende bodemleven steeds meer worden verwoest en grond ver-woestijnen.
De groei van een plant wordt bepaald door de “wet van het minimum”. Dit betekent dat wanneer een tekort ontstaat van een klein sporenelement van een bepaalde meststof als silicium of borium, de plant zich daar naar richten en dus niet naar de ruime aanwezigheid van bijvoorbeeld stikstof (N). Dit is te zien doordat een plant dan “gebreksverschijnselen” krijgt, die we kunnen waarnemen als vlekken in het blad of gevoeligheid voor ziektes, het uitblijven van groei. Daarnaast heeft de slechte voedingstoestand van de bodem ook consequenties voor die van de mens. Als de plant weinig voedingselementen via haar wortels kan opnemen, zullen de eetbare gewassen die dus ook niet aan de mens kunnen afstaan. De mate waarin bepaalde voedingselementen in ons huidige “geavanceerd” geproduceerde voedsel voorkomen is schrikbarend gedaald in de loop van een decennia. De vitaminepillen industrie vaart hier natuurlijk wel bij, maar het is niet zo eenvoudig te weten welke pil(len) te slikken.
In kunstmest komen geen organische stof of sporenelementen voor, waardoor voedingstoffen op den duur niet meer door de bodem kunnen worden vastgehouden en uitspoelen (eutrofiëring). Dit fenomeen betekent een ernstige wereldwijde bedreiging van de kwaliteit van het drinkwater. Tegen de tijd dat er geen aardolie meer is voor de productie van kunstmest of het bewerken van het land, zal de mensheid met een gigantisch probleem (onvruchtbare aarde / stagnatie voedselimport) zitten en zal een wereldwijd voedseltekort ontstaan. Permacultuur wil dit proces keren en een alternatief bieden.
Biodiversiteit
Een ander gevolg van het gebruik van kunstmest is dat de biodiversiteit van planten en daarmee nuttige insecten sterk afnemen. Er bestaan vele soorten grassen waarvan er slechts een beperkt aantal zal gedijen in de met kunstmest “verrijkte” grond. Wanneer gebruik zou worden gemaakt van organische mest (wormenmest, koemest, kalk, klei) zou de biodiversiteit weer toe kunnen nemen. Door het doelbewust zaaien van diverse zodenvormende grassen, kan er een sterke dichte grasmat ontstaan die niet kan worden stuk getrapt door de poten van koeien. Wanneer een dergelijke grasmat eenmaal is gevormd, zouden koeien ‘s winters niet meer op stal hoeven te worden gezet en dus ook niet meer hoeven worden gevoerd met (met landbouwmachines gemaaid) hooi, etc. Door het treffen van dit soort ecologisch verantwoorde maatregelen wordt vooruit gezien op een landbouw waarbij zo min mogelijk gebruik wordt gemaakt van aardolie.
Permacultuur biedt tal van praktische principes aan de hand waarvan, met relatief weinig inspanning, optimaal gebruik kan worden gemaakt van de biodiversiteit van inheemse planten en cultuurgewassen maar ook de in de omgeving levende dieren als vogels, insecten en bodembeestjes.
Permacultuur houdt rekening met de (per gebied) verschillende groeiomstandigheden om de beplanting hier zo goed mogelijk aan aan te passen. Hierdoor zullen deze uit zichzelf floreren en wordt de kringloop van oogsten en teruggeven aan de bodem in stand gehouden. Kortom m.i. hebben de pioniers binnen de permacultuur beweging begrepen dat al het leven met elkaar is verbonden en dat juist door het benutten van deze samenhang overvloed kan blijven bestaan.